Tennis is de tweede sport in Nederland. In ons kleine landje staan er meer dan een miljoen mensen regelmatig op de tennisbaan. En dat is helemaal niet zo gek, want tennis heeft veel voordelen: iedereen kan het leren, je kunt het spelen wanneer jij wilt, het is goed voor je gezondheid en het is nog leuk ook! Maar hoe ga je goed voorbereid de baan op? En hoe voorkom je om op de tennisclub bekend te staan als de nieuwe John McEnroe?
DO’S
1. Heb je alles bij je?
Dat je een tennisracket en ballen nodig hebt, snap je wel. Maar als je net begint met tennissen, is het altijd even zoeken wat je nog meer nodig hebt. Zeker bij warme en zonnige dagen is het belangrijk om goed te blijven eten en drinken tijdens het tennissen. Neem water mee en eventueel sportdrank om goed te hydrateren. Als snack tussen de games kun je bijvoorbeeld kiezen voor een banaan of een zelfgemaakte smoothie met koolhydraten. Een handdoek is, net als bij fitness, handig om bij je te hebben.
2. Hardop tellen
De tel kwijtraken tijdens een wedstrijd is erg vervelend. Zowel voor jezelf als voor de tegenstander. Om dit te voorkomen kun je hardop tellen. Na elk gemaakte punt zeg je de stand hardop. Zo raak je de tel niet kwijt en weten beide partijen hoever jullie in de game zitten.
3. Zoek naar uitdaging
Het is belangrijk om voor jezelf altijd uitdaging in het spel te houden. Niet alleen om het leuk te houden, maar zo groei je ook in je spel. Als de sleur erin raakt met je huidige tennismaatje, kan je beter voor een nieuwe tegenstander kiezen. Win je veel wedstrijden in jouw speelsterkte? Probeer eens in een categorie hoger te spelen. Je zal niet gelijk wedstrijden winnen, maar je leert er veel van.
4. Sportief gedrag
Eén van de belangrijkste do’s is het volgen van de ‘tennis-etiquette’: de ongeschreven regels. Sportief gedrag naar je tegenstander, andere tennissers op de baan en de mensen aan de kant staat daarbij bovenaan. Maar er zijn er meer! Het kan voor komen dat alle banen bezet zijn voor het vrijspelen en mensen staan te wachten. Het is dan wel zo netjes om niet langer dan een uur te spelen, zo komt iedereen aan de beurt. Het punt of de wedstrijd afmaken mag natuurlijk wel.
Ook is het gebruikelijk dat de winnaar de verliezer trakteert op een drankje na de wedstrijd.
Andere ‘regels’ zijn onder andere dat je altijd twee ballen bij je hebt als je gaat serveren, je verontschuldigen bij een lucky point (wanneer een bal net over het net valt) en je tegenstander feliciteren als hij of zij wint.
5. Warming-up
Een goede warming-up is, net als bij alle andere sporten, van groot belang. Het hoeft niet erg lang te duren, zo’n vijf á tien minuten is genoeg. In de warming-up speel je rustig in met je tegenstander. Je slaat forehands en backhands vanaf de baseline en eventueel wat netballen en lobjes vanaf het net. Daarna sla je van zowel links als rechts enkele services en dan kan de wedstrijd beginnen!
DON’TS
1. Grote hoeveelheden eten en drinken vlak voor de wedstrijd
Tennis is een sport waarbij je veel beweegt en rent. Het voelt dus niet fijn als je maag lijkt te ontploffen of als het water klotst in je buik. Het beste is om de laatste grote maaltijd tot zo’n twee á drie uur voor de wedstrijd te eten. Kleine of lichte snacks kunnen wel tot één uur voor de wedstrijd.
2. Te fanatiek in de warming-up
Ten eerste is het niet slim om alles al te geven in de warming-up. Je spieren moeten immers nog warm worden en daarnaast ben je al kapot voordat de wedstrijd begint. Ten tweede is het ook niet netjes om de ballen hard terug te spelen of te plaatsen in de hoeken. Wees dus niet te fanatiek, de wedstrijd is nog niet begonnen!
3. De regels niet kennen
Know the rules! Het kennen van de regels is natuurlijk wel handig in een wedstrijd. In het begin kan je je soms vergissen met het wisselen, de puntentelling of aan welke kant je moet serveren.
Beginnende tennissers begrijpen het van elkaar, maar naarmate je hoger en langer speelt kan het de tegenstander frustreren.
4. Anger management
Bij ‘woede-uitbarstingen’ en ‘tennis’ denk je waarschijnlijk gelijk aan John McEnroe. Hij kon het vaak niet vinden in de beslissingen van de lijn- en scheidsrechters. En dat liet hij blijken door regelmatig in woede uit te basten. (Ken je McEnroe niet? Kijk dit filmpje). Woede op de tennisbaan is nooit een goed idee. Zowel niet tegen je tegenstander als de scheidsrechter, je medespeler, het publiek of je tennisracket. Voel je zelf de woede opkomen? Tel tot tien en zet alles weer even op een rijtje.
5. Hoge decibels
Sommige tennissers houden ervan om flink te kreunen tijdens een slag. Top-tennissters als Maria Sharapova en Serena Williams staan er zelfs bekend om. Het kan helpen om meer kracht in je slag te leggen, maar het is vooral erg vervelend voor je tegenstander en het publiek.
Er is overigens wel uit onderzoek gebleken dat het kreunen leidt tot een platte buik! Door het kreunen span je je buikspieren namelijk extra aan. Misschien is het dan toch zo gek nog niet.